Tiradentes is een van de mooiste koloniale stadjes van Brazilië. Het stadje – veel kleiner dan bijvoorbeeld Ouro Preto en buurstad Sao Joao del-Rei - is zeer goed geconserveerd, en ’t is er heerlijk rondsjokken door de koloniale straatjes. Prachtige pousada’s zijn er in overvloed, net als goede restaurants.
Tiradentes is genoemd naar de beroemde vrijheidsstrijder Joaquim José da Silva Xavier, die omdat hij tandarts was de bijnaam Tandentrekker, ofwel Tiradentes kreeg. Tiradentes werd geboren op de Fazenda Pombal, in de buurt van het stadje.
Een andere verwijzing naar de rijke historie van het stadje is de Maria Fumaça, het stoomtreintje uit 1881, dat nog steeds functioneert en je in iets meer dan een half uurtje van Tiradentes naar Sao Joao del-Rei brengt. Ook deze koloniale stad is een bezoek meer dan waard.
donderdag 2 juni 2011
vrijdag 1 april 2011
Reis door Rio de Janeiro
Ik heb mijn vriend Constant Coolsma gevraagd een stuk te schrijven over zijn geliefde Rio de Janeiro; ziehier zijn relaas:
Rio de Janeiro is bij veel buitenlanders bekend om drie aspecten waarvan de naam steeds met een C begint: het Christusbeeld op de Corcovado, het strand van Copacabana en het carnaval. Copacabana en de Corcovado staan vermoedelijk bovenaan de lijstjes van vrijwel alle toeristen. Maar wie zich tot deze twee beperkt, doet Rio de Janeiro en zichzelf tekort. De Corcovado top is inderdaad een must, omdat je nergens zo’n fabelachtig mooie indruk krijgt van hoe de stad zich plooit tussen en tegen de bergen aan de westkant van de Baía de Guanabara, de baai die door Braziliës wereldberoemde Tom Jobim zo mooi is bezongen. Hoewel vanaf de voet van het Christusbeeld lang niet de hele, zich steeds maar uitdijende stad is te zien, krijg je er wel een prachtige indruk van het bijzondere van de stad en mede aan de hand van de tableaus langs de randen van de rots kun je alle belangrijke bezienswaardigheden vinden. Van links naar rechts zijn dat het Maracanã voetbalstadion, de Baixada Fluminense, het lage en vlakkere deel van de stad met veel favela’s (sloppenwijken) en veel armoede, de enorme brug die Rio verbindt met de aan de andere kant van de baai gelegen stad Niterói, het zeer drukke zakencentrum van Rio met aan de rechterzijde het aquaduct van Lapa, waarover het oude trammetje naar de wijk Santa Teresa rijdt, de kegelvormige moderne kathedraal, het vliegveld Santos Dumont en het Museu de Arte Moderna (Museum voor Moderne Kunst), de Pão de Açucar, het Suikerbrood, een aantal stranden, met name dat van Ipanema, gelegen achter het in volle glorie te bewonderen Lagoa Rodrigo de Freitas, een groot binnenmeer, waaraan de paardenrenbaan en rechts daarvan de Jardim Botânico, de zeer grote botanische tuin, zijn te herkennen. Helemaal rechts is tegen een berghelling één van de bekendste favela’s, Rocinha, te zien.
Het mag duidelijk zijn dat een bezoek aan de Corcovado zowel een mooie introductie op de stad is als een plek om mooi afscheid te nemen door te proberen de plekken terug te vinden die je hebt bezocht.
De toegang tot de Corcovado ligt in de wijk Cosme Velho, per bus gemakkelijk en snel te bereiken vanaf het Largo do Machado, dicht bij het stadscentrum, tussen de wijken Catete en Flamengo. Er bieden zich allerlei gidsen aan om je met een jeep naar boven te brengen, maar de meest aantrekkelijke en veiligste manier is het bergtreintje naar boven te nemen. De rit voert door een mooi stukje regenwoud.
Tien tegen één dat ik je Copacabana niet uit het hoofd kan praten. Toch zou ik dat wel willen proberen, want Copacabana is niet het mooiste strand van Rio de Janeiro en zeker ook niet het veiligste. De boulevard ligt dicht bij een favela en vermoedelijk komt het daardoor dat het risico niet denkbeeldig is dat er ineens iemand je rugzakje probeert te bemachtigen.
Net zo mooi, veel rustiger en aanmerkelijk veiliger zijn de boulevard en het strand van Ipanema, vrijwel direct achter Copacabana. Daar kun je een veel ontspannener wandeling over de boulevard maken, je hoeft er niet te vechten voor een vrije stoel bij één van de baraca’s waar je een cocosnoot met een rietje kunt bestellen en desgewenst je blote voeten kennis kunt laten maken met het fijne zand en met het water van de zee. In het verlengde van Ipanema liggen de boulevard en het strand van Leblon, net als Ipanema een rijke wijk met veel restaurants en prachtige winkels.
Hoe fantastisch het uitzicht vanaf de Corcovado ook is, om een ‘compleet’ beeld van de stad te krijgen moet je eigenlijk ook een bezoek brengen aan het Suikerbrood, de Pão de Açucar. Eigenlijk zijn het twee afzonderlijke toppen, eerst de Morro da Urca (Heuvel van de wijk Urca) en vervolgens de aanmerkelijk hogere Pão de Açucar. Vanuit de wijk Urca gaat een kabelbaan eerst naar de Morro da Urca, die al prachtige uitzichten biedt naar de wijken Botafogo, Flamengo en het zakelijke stadscentrum en naar de andere kant naar het kleine Praia Vermelha (het rode strand) en achter de heuvels het strand van Copacabana. In de verte is heel goed de Corcovadotop te zien.
Een tweede kabelbaan voert naar het echte Suikerbrood, vanwaar de uitzichten nog adembenemender zijn, ook naar de andere kant, de Baía de Guanabara en de stad Niterói aan de overkant. Langs de baai aan de rechterkant van Niterói is het Museu de Arte Contemporânea van Niterói te zien, een soort vliegende schotel die lijkt te zijn geland aan de kust. Een ontwerp van Braziliës bekendste architect Oscar Niemeyer.
Wees gewaarschuwd: een bezoek aan de Morro da Urca en de Pão de Açucar is zo fascinerend dat het gemakkelijk bijna een dag kan duren. Je zou de eerste niet zijn die het moeite kost zich van deze plek los te scheuren.
Een aanrader is voorts een bezoek aan de Outeiro da Glória, een heuvel in de wijk Glória, tussen het zakencentrum en het eerder genoemde Largo do Machado, het Machadoplein. Op deze heuvel staat een heel mooi kerkje, de Onze Lieve Vrouw van Glória, dat favoriet was bij de koninklijke familie en dat nu nog steeds de aandacht trekt door zijn zeer bijzondere ligging en het prachtige uitzicht. Vanaf het metrostation Glória loopt een straat steil omhoog naar de toegang tot de heuvel.
Niemand zal een ritje met het oude trammetje, de Bonde de Santa Teresa, willen missen. Het vertrekt vanaf de rand van het zakencentrum, dichtbij de moderne, kegelvormige kathedraal, en rijdt vandaar direct over het aquaduct van Lapa (de Arcos da Lapa) naar de wijk Santa Teresa, gebouwd op een steile heuvel. Deze wijk is beroemd geworden als een kunstenaarswijk, maar ook als de schuilplaats van de Britse treinrover Briggs, die er vele jaren een veilig heenkomen vond tot hij besloot zijn levenseinde toch maar in zijn vaderland door te brengen. Santa Teresa is een uitgaanscentrum geworden, met veel bars en eetgelegenheden langs de uiterst smalle straatjes, waar nogal eens een auto klem komt te zitten tegen een tram. Een goed idee is om eerst met de tram tot het eindpunt te rijden (niet zo ver van de Corcovado!) en dan terug tot een pleintje bij de Rua Carlos Magno, met een tramhalte met een afdak. Rondom die halte zijn allerlei eet- en drinkgelegenheden te vinden.
Wie Santa Teresa overdag bezoekt, kan vanaf genoemde tramhalte een wandeling maken naar het Museu Chácara do Céu (Museum van het Landhuis van de Hemel), een bijzonder museum, in een weelderige, door de landschapsarchitect Burle Marx aangelegde tuin. Er zijn schilderijen van bekende meesters te zien, onder andere van Kees van Dongen. Bijzonder is een zijkamer waar een aantal kabinetten met laden prachtige prenten bevatten die de ontwikkeling van Rio de Janeiro als een zeer landelijke nederzetting laten zien. Deze kant van Santa Teresa biedt ook een prachtig uitzicht over het stadscentrum.
Een ideale plek om bij te komen en van natuur te genieten is de Jardim Botânico, de Botanische Tuin, gelegen aan een weg die parallel loopt aan de weg rondom het eerder genoemde binnenmeer Lagoa Rodrigo de Freitas. Deze botanische tuin is 137 hectare groot en omvat zo’n achtduizend verschillende soorten bomen en planten. De tuin is tweehonderd jaar oud en behoort tot de tien belangrijkste botanische parken ter wereld. Als je goed kijkt, kost het geen moeite aapjes te ontwaren die zich te goed doen aan bijvoorbeeld de enorme jáca-vruchten. Er stoppen veel bussen aan de Rua Jardim Botânico, maar het is ook goed mogelijk te wandelen vanuit de wijk Gávea, grenzend aan het meer. Dit is duidelijk één van de meer welvarende wijken van de stad.
Als je in Rio wilt winkelen, kun je ook uitstekend terecht in Ipanema en Leblon. In Ipanema is de Rua Visconde de Pirajá, de tweede straat achter de boulevard (die hier Avenida Vieira Souto heet) een lange en zeer aangename winkelstraat, met een grote keur aan winkels en brede trottoirs. Ook in de straten die vanaf de boulevard de Visconde de Pirajá kruisen, vind je winkels en talloze bars en restaurants. Dat het hier zo gezellig is, is mede te danken aan het feit dat er ook hier heel veel bomen langs de straten staan, zoals trouwens in een heel groot deel van de stad.
Ook Leblon biedt een keur aan winkels, bars en eetgelegenheden aan en rondom de Avenida Ataulfo de Paiva, eveneens evenwijdig aan de boulevard, die hier Avenida Delfim Moreira heet.
Tussen Ipanema en Leblon ligt de Shopping Leblon. Dichter bij het stadscentrum vind je de Botafogo Praia Shopping en de Rio Plaza Shopping in de wijk Botafogo en de Shopping Rio Sul tussen Botafogo en Copacabana/Leme. Alle shoppings zijn uitstekend per openbaar vervoer te bereiken.
Constant Coolsma emigreerde op zijn 72-ste naar Brazilië. Hij woont in Mariana in Minas Gerais, en houdt een weblog bij over het leven in een Braziliaans provinciestadje en andere onderwerpen die hem boeien in zijn nieuwe vaderland. Een aanrader!
Rio de Janeiro is bij veel buitenlanders bekend om drie aspecten waarvan de naam steeds met een C begint: het Christusbeeld op de Corcovado, het strand van Copacabana en het carnaval. Copacabana en de Corcovado staan vermoedelijk bovenaan de lijstjes van vrijwel alle toeristen. Maar wie zich tot deze twee beperkt, doet Rio de Janeiro en zichzelf tekort. De Corcovado top is inderdaad een must, omdat je nergens zo’n fabelachtig mooie indruk krijgt van hoe de stad zich plooit tussen en tegen de bergen aan de westkant van de Baía de Guanabara, de baai die door Braziliës wereldberoemde Tom Jobim zo mooi is bezongen. Hoewel vanaf de voet van het Christusbeeld lang niet de hele, zich steeds maar uitdijende stad is te zien, krijg je er wel een prachtige indruk van het bijzondere van de stad en mede aan de hand van de tableaus langs de randen van de rots kun je alle belangrijke bezienswaardigheden vinden. Van links naar rechts zijn dat het Maracanã voetbalstadion, de Baixada Fluminense, het lage en vlakkere deel van de stad met veel favela’s (sloppenwijken) en veel armoede, de enorme brug die Rio verbindt met de aan de andere kant van de baai gelegen stad Niterói, het zeer drukke zakencentrum van Rio met aan de rechterzijde het aquaduct van Lapa, waarover het oude trammetje naar de wijk Santa Teresa rijdt, de kegelvormige moderne kathedraal, het vliegveld Santos Dumont en het Museu de Arte Moderna (Museum voor Moderne Kunst), de Pão de Açucar, het Suikerbrood, een aantal stranden, met name dat van Ipanema, gelegen achter het in volle glorie te bewonderen Lagoa Rodrigo de Freitas, een groot binnenmeer, waaraan de paardenrenbaan en rechts daarvan de Jardim Botânico, de zeer grote botanische tuin, zijn te herkennen. Helemaal rechts is tegen een berghelling één van de bekendste favela’s, Rocinha, te zien.
Het mag duidelijk zijn dat een bezoek aan de Corcovado zowel een mooie introductie op de stad is als een plek om mooi afscheid te nemen door te proberen de plekken terug te vinden die je hebt bezocht.
De toegang tot de Corcovado ligt in de wijk Cosme Velho, per bus gemakkelijk en snel te bereiken vanaf het Largo do Machado, dicht bij het stadscentrum, tussen de wijken Catete en Flamengo. Er bieden zich allerlei gidsen aan om je met een jeep naar boven te brengen, maar de meest aantrekkelijke en veiligste manier is het bergtreintje naar boven te nemen. De rit voert door een mooi stukje regenwoud.
Tien tegen één dat ik je Copacabana niet uit het hoofd kan praten. Toch zou ik dat wel willen proberen, want Copacabana is niet het mooiste strand van Rio de Janeiro en zeker ook niet het veiligste. De boulevard ligt dicht bij een favela en vermoedelijk komt het daardoor dat het risico niet denkbeeldig is dat er ineens iemand je rugzakje probeert te bemachtigen.
Net zo mooi, veel rustiger en aanmerkelijk veiliger zijn de boulevard en het strand van Ipanema, vrijwel direct achter Copacabana. Daar kun je een veel ontspannener wandeling over de boulevard maken, je hoeft er niet te vechten voor een vrije stoel bij één van de baraca’s waar je een cocosnoot met een rietje kunt bestellen en desgewenst je blote voeten kennis kunt laten maken met het fijne zand en met het water van de zee. In het verlengde van Ipanema liggen de boulevard en het strand van Leblon, net als Ipanema een rijke wijk met veel restaurants en prachtige winkels.
Hoe fantastisch het uitzicht vanaf de Corcovado ook is, om een ‘compleet’ beeld van de stad te krijgen moet je eigenlijk ook een bezoek brengen aan het Suikerbrood, de Pão de Açucar. Eigenlijk zijn het twee afzonderlijke toppen, eerst de Morro da Urca (Heuvel van de wijk Urca) en vervolgens de aanmerkelijk hogere Pão de Açucar. Vanuit de wijk Urca gaat een kabelbaan eerst naar de Morro da Urca, die al prachtige uitzichten biedt naar de wijken Botafogo, Flamengo en het zakelijke stadscentrum en naar de andere kant naar het kleine Praia Vermelha (het rode strand) en achter de heuvels het strand van Copacabana. In de verte is heel goed de Corcovadotop te zien.
Een tweede kabelbaan voert naar het echte Suikerbrood, vanwaar de uitzichten nog adembenemender zijn, ook naar de andere kant, de Baía de Guanabara en de stad Niterói aan de overkant. Langs de baai aan de rechterkant van Niterói is het Museu de Arte Contemporânea van Niterói te zien, een soort vliegende schotel die lijkt te zijn geland aan de kust. Een ontwerp van Braziliës bekendste architect Oscar Niemeyer.
Wees gewaarschuwd: een bezoek aan de Morro da Urca en de Pão de Açucar is zo fascinerend dat het gemakkelijk bijna een dag kan duren. Je zou de eerste niet zijn die het moeite kost zich van deze plek los te scheuren.
Een aanrader is voorts een bezoek aan de Outeiro da Glória, een heuvel in de wijk Glória, tussen het zakencentrum en het eerder genoemde Largo do Machado, het Machadoplein. Op deze heuvel staat een heel mooi kerkje, de Onze Lieve Vrouw van Glória, dat favoriet was bij de koninklijke familie en dat nu nog steeds de aandacht trekt door zijn zeer bijzondere ligging en het prachtige uitzicht. Vanaf het metrostation Glória loopt een straat steil omhoog naar de toegang tot de heuvel.
Niemand zal een ritje met het oude trammetje, de Bonde de Santa Teresa, willen missen. Het vertrekt vanaf de rand van het zakencentrum, dichtbij de moderne, kegelvormige kathedraal, en rijdt vandaar direct over het aquaduct van Lapa (de Arcos da Lapa) naar de wijk Santa Teresa, gebouwd op een steile heuvel. Deze wijk is beroemd geworden als een kunstenaarswijk, maar ook als de schuilplaats van de Britse treinrover Briggs, die er vele jaren een veilig heenkomen vond tot hij besloot zijn levenseinde toch maar in zijn vaderland door te brengen. Santa Teresa is een uitgaanscentrum geworden, met veel bars en eetgelegenheden langs de uiterst smalle straatjes, waar nogal eens een auto klem komt te zitten tegen een tram. Een goed idee is om eerst met de tram tot het eindpunt te rijden (niet zo ver van de Corcovado!) en dan terug tot een pleintje bij de Rua Carlos Magno, met een tramhalte met een afdak. Rondom die halte zijn allerlei eet- en drinkgelegenheden te vinden.
Wie Santa Teresa overdag bezoekt, kan vanaf genoemde tramhalte een wandeling maken naar het Museu Chácara do Céu (Museum van het Landhuis van de Hemel), een bijzonder museum, in een weelderige, door de landschapsarchitect Burle Marx aangelegde tuin. Er zijn schilderijen van bekende meesters te zien, onder andere van Kees van Dongen. Bijzonder is een zijkamer waar een aantal kabinetten met laden prachtige prenten bevatten die de ontwikkeling van Rio de Janeiro als een zeer landelijke nederzetting laten zien. Deze kant van Santa Teresa biedt ook een prachtig uitzicht over het stadscentrum.
Een ideale plek om bij te komen en van natuur te genieten is de Jardim Botânico, de Botanische Tuin, gelegen aan een weg die parallel loopt aan de weg rondom het eerder genoemde binnenmeer Lagoa Rodrigo de Freitas. Deze botanische tuin is 137 hectare groot en omvat zo’n achtduizend verschillende soorten bomen en planten. De tuin is tweehonderd jaar oud en behoort tot de tien belangrijkste botanische parken ter wereld. Als je goed kijkt, kost het geen moeite aapjes te ontwaren die zich te goed doen aan bijvoorbeeld de enorme jáca-vruchten. Er stoppen veel bussen aan de Rua Jardim Botânico, maar het is ook goed mogelijk te wandelen vanuit de wijk Gávea, grenzend aan het meer. Dit is duidelijk één van de meer welvarende wijken van de stad.
Als je in Rio wilt winkelen, kun je ook uitstekend terecht in Ipanema en Leblon. In Ipanema is de Rua Visconde de Pirajá, de tweede straat achter de boulevard (die hier Avenida Vieira Souto heet) een lange en zeer aangename winkelstraat, met een grote keur aan winkels en brede trottoirs. Ook in de straten die vanaf de boulevard de Visconde de Pirajá kruisen, vind je winkels en talloze bars en restaurants. Dat het hier zo gezellig is, is mede te danken aan het feit dat er ook hier heel veel bomen langs de straten staan, zoals trouwens in een heel groot deel van de stad.
Ook Leblon biedt een keur aan winkels, bars en eetgelegenheden aan en rondom de Avenida Ataulfo de Paiva, eveneens evenwijdig aan de boulevard, die hier Avenida Delfim Moreira heet.
Tussen Ipanema en Leblon ligt de Shopping Leblon. Dichter bij het stadscentrum vind je de Botafogo Praia Shopping en de Rio Plaza Shopping in de wijk Botafogo en de Shopping Rio Sul tussen Botafogo en Copacabana/Leme. Alle shoppings zijn uitstekend per openbaar vervoer te bereiken.
Constant Coolsma emigreerde op zijn 72-ste naar Brazilië. Hij woont in Mariana in Minas Gerais, en houdt een weblog bij over het leven in een Braziliaans provinciestadje en andere onderwerpen die hem boeien in zijn nieuwe vaderland. Een aanrader!
Labels:
bijzondere plekken,
regio: Rio de Janeiro
woensdag 9 februari 2011
De golven van Itacaré
Het is heel lang geleden dat ik Itacaré in Bahia bezocht. ’t Was ergens begin jaren negentig. Er was nog geen geasfalteerde weg, en we zaten prompt een week vast omdat de enige toegangsweg onbegaanbaar was geworden na hevige regenval. Dat vastzitten in Itacaré was geen straf. We bezochten alle mooie stranden, genoten van een groot regionaal feest en maakten een prachtige boottocht in een boomstamkano over de Rio de Contas, met aan weerszijden tropisch woud.
Jaren geleden werd een asfaltweg aangelegd, en werd het vissersdorp een stuk toeristischer. Maar de prachtige stranden en de ligging in Braziliës mooie cacao-regio, maken Itacaré vast nog steeds tot een bijzondere locatie. Kijk maar naar de foto’s op www.itacare.com.
Oh ja, Itacaré is ook een hotspot voor surfers, een paar stranden zijn vermaard om hun goede surfgolven, en in juli verzamelen zich grote groepen surfistas uit heel Brazilië in het stadje.
Jaren geleden werd een asfaltweg aangelegd, en werd het vissersdorp een stuk toeristischer. Maar de prachtige stranden en de ligging in Braziliës mooie cacao-regio, maken Itacaré vast nog steeds tot een bijzondere locatie. Kijk maar naar de foto’s op www.itacare.com.
Oh ja, Itacaré is ook een hotspot voor surfers, een paar stranden zijn vermaard om hun goede surfgolven, en in juli verzamelen zich grote groepen surfistas uit heel Brazilië in het stadje.
Labels:
bijzondere plekken,
regio: Bahia,
stranden
zondag 7 november 2010
Reis door de geschiedenis langs de Estrada Real
De Estrada Real ("de Koninklijke Weg") is de route die de Portugezen vanaf het eind van de zeventiende eeuw volgden vanuit de kustplaatsen in de deelstaten Rio de Janeiro en Sao Paulo naar de binnenlanden van Minas Gerais, in hun zoektocht naar goud en edelstenen. De avonturiers die de binnenlanden in trokken werden bandeirantes genoemd. Aanvankelijk startte hun route – de caminho velho (oude weg) - in het stadje Parati. Later werd Rio de Janeiro het vertrekpunt van een kortere route, de caminho novo (nieuwe weg). Langs deze route ontstonden in de eerste decennia van de achttiende eeuw een groot aantal koloniale stadjes en steden. Veel historische centra zijn prachtig en goed geconserveerd, waardoor een reis langs de Estrada Real een bijzondere reis is door de geschiedenis van Brazilië.
Sinds enige jaren beheert het Instituto Estrada Real dit historisch erfgoed. Het instituut is enorm actief en ontwikkelt talloze initiatieven op het gebied van regionaal – en ruraal – toerisme. Veel informatie is te vinden op de (Portugeestalige) website van het instituut. Een (Engelstalige) video van het Instituto Estrada Real is hier te zien.
zaterdag 23 oktober 2010
Pelé 70 jaar
Pelé wordt vandaag – 23 oktober 2010 – 70 jaar. Pelé heet voluit Edison Arantes do Nascimento, en is tot op de dag van vandaag enorm geliefd in zijn vaderland.
Als eerbetoon heeft Braziliës voornaamste dagblad, de Folha de Sao Paulo, een prachtig historisch foto-overzicht gepubiceerd: 70 foto's, van Pelé als voetballer, maar ook van de “Rei do Futebol” buiten het veld. Het fotoalbum is hier te zien.
Als eerbetoon heeft Braziliës voornaamste dagblad, de Folha de Sao Paulo, een prachtig historisch foto-overzicht gepubiceerd: 70 foto's, van Pelé als voetballer, maar ook van de “Rei do Futebol” buiten het veld. Het fotoalbum is hier te zien.
Labels:
sport
zaterdag 1 mei 2010
In Caraiva kom je alleen per kano ...
Ten zuiden van Porto Seguro ligt een kuststrook met een paar van de mooiste stranden van Brazilië. Om in deze regio te komen moet je eerst de balsa (de pont) nemen van Porto naar Arraial d’Ajuda. Stel dat je de kust volgt naar beneden, dan kom je eerst in Arraial d’Ajuda, daarna in Trancoso, en ten slotte in Caraiva.
Caraiva is een stuk minder bekend dan de grotere bovenburen Arraial en Trancoso, en heeft een paar bijzondere karakteristieken. Auto’s zijn er niet in Caraiva, bijvoorbeeld. Om er te komen laat moet je een riviertje oversteken in een kleine kano. Het uitzicht over de riviermonding is onvergetelijk.
Caraiva is een stuk minder bekend dan de grotere bovenburen Arraial en Trancoso, en heeft een paar bijzondere karakteristieken. Auto’s zijn er niet in Caraiva, bijvoorbeeld. Om er te komen laat moet je een riviertje oversteken in een kleine kano. Het uitzicht over de riviermonding is onvergetelijk.
In Caraiva zelf zijn de wegen van zand. De taxi’s zijn ezelkarren. Elektriciteit wordt opgewekt met generatoren. En toch zijn er meerdere prima pousada’s. Er gaat een bus naar Caraiva (twee bussen per dag, ’s morgens vroeg en ’s middags, vertrek bij het aankomstpunt van de pont in Arraial d’Ajuda, reistijd ca. drie uur). Je kunt ook met de taxi, of met de huurbuggy gaan (of een andere auto, maar dat is wat saaier). Die blijven wel aan de overzijde van de rivier, want in Caraiva kom je - maar dat weet je inmiddels - alleen met de kano.
Labels:
bijzondere plekken,
regio: Bahia,
stranden
zaterdag 20 maart 2010
De betere Braziliaanse muziek ...
Mijn favoriete online radiostation met Braziliaanse muziek is MPB FM. Het repertoire is erg gevarieerd, het station draait allerlei stijlen en bedient de luisteraar bovendien met een mooie mix van oud en nieuw, bekender en minder bekend.
Check maar: http://www.mpbfm.com.br/
Labels:
muziek
Abonneren op:
Posts (Atom)