Belo Horizonte, de hoofdstad van Minas Gerais, is de derde stad van Brazilië. Vele malen onbekender natuurlijk dan Rio en Sao Paulo, en ook niet echt een toeristische trekpleister. Wij komen er regelmatig, omdat onze sitio op anderhalf uur van 'BH' ligt, en in de loop der jaren heb ik een zwak voor de stad gekregen.
Als reiziger doe je wellicht Belo Horizonte aan als startpunt voor een reis naar de mooie koloniale steden van Minas Gerais. Mocht je er een dag doorbrengen, dan is 't leuk de Mercado Central te bezoeken. Een enorme overdekte hal waar het altijd razend druk en gezellig is, en waar de meest uiteenlopende koopwaar wordt aangeboden. Koop er een supersappig stuk ananas op een stokje, neem een ijskoud biertje in een van de vele barretjes of ga op zoek naar de hangmat die ik in mijn vorige bericht aanbeval ...
woensdag 31 december 2008
Meenemen naar huis: een hangmat
Zorg ervoor dat je wat ruimte hebt in je koffer om een of enkele hangmatten mee terug te nemen naar huis. Een hangmat koop je in Brazilië voor een fractie van de prijs die je er in Europa voor betaalt. In het noordoosten zijn ze doorgaans het goedkoopst, maar ook in andere regio's tref je ze - als je even zoekt - heel voordelig. Je moet uiteraard goed op de kwaliteit letten.
Oh ja, een hangmat heet in Brazilië een 'rede', uitgesproken als 'reddzjie' (met de 'r' helemaal achterin de keel ...). Overweeg voorts om een 'rede casal' (een tweepersoons hangmat) te kopen, daarin lig je het lekkerst, ook in je eentje.
Overigens: als je in het Amazonegebied met de boot gaat reizen is de hangmat in de meeste gevallen ook je slaapplaats (soms kun je een cabine huren, maar dat is duurder en minder leuk). Vergeet niet dat je die hangmat zelf mee moet nemen, je moet hem dus hebben aangeschaft voordat je aan boord gaat.
Oh ja, een hangmat heet in Brazilië een 'rede', uitgesproken als 'reddzjie' (met de 'r' helemaal achterin de keel ...). Overweeg voorts om een 'rede casal' (een tweepersoons hangmat) te kopen, daarin lig je het lekkerst, ook in je eentje.
Overigens: als je in het Amazonegebied met de boot gaat reizen is de hangmat in de meeste gevallen ook je slaapplaats (soms kun je een cabine huren, maar dat is duurder en minder leuk). Vergeet niet dat je die hangmat zelf mee moet nemen, je moet hem dus hebben aangeschaft voordat je aan boord gaat.
Labels:
meenemen naar huis
Hoe zit het eigenlijk met ... de sociale ongelijkheid?
Brazilië is een land met enorme sociale verschillen. Die verschillen tref je zowel tussen de diverse regio’s als binnen regio’s. Om met dat eerste te beginnen: de zuidelijke deelstaten (Rio Grande do Sul, Santa Catarina en Paraná), en de staten Sao Paulo, Rio de Janeiro en (een groot deel van) Minas Gerais zijn welvarender dan de rest van het land. Binnen staten, steden en dorpen bestaan natuurlijk grote sociale verschillen. In Rio kijkt de rijke madame vanaf haar balkon uit over de favela.
Toch zijn de sociale lagen in dit land, zoals bijna alles, veel bonter geschakeerd dan je misschien zou denken. ’t Is niet ‘heel rijk’ versus ‘heel arm’ en verder niets. Een verschil tussen Brazilië en veel ‘doorsnee’ ontwikkelingslanden is om te beginnen dat Brazilië een grote middenklasse heeft. Tot die middenklasse kunnen zo’n 40 miljoen van de 180 miljoen Brazilianen gerekend worden. Door het bestaan van die middenklasse ogen veel grote steden, zeker in het zuiden en zuidoosten, redelijk welvarend, met veel nieuwe auto’s op de weg en talloze blinkende gebouwen met luxe appartementen.
Brazilië kent ook een kleine groep exorbitant rijken. Een voorbeeld: op de VS na heeft Brazilië de grootste vloot privé-vliegtuigen ter wereld. Rijke industriëlen verplaatsen zich per helikopter door – of beter gezegd boven - Sao Paulo. Sommige fazendeiros hebben een grondbezit ter grootte van Nederland. En enkele families in het noordoosten bezitten – nog net als een paar honderd jaar geleden – als het ware een hele deelstaat. Zo zijn er de Sarney’s in Maranhao, en de Magalhaes’ in Bahia: families die in ‘hun’ deelstaat de politieke macht hebben én de grootste dagbladen, én de grootste fabrieken ...
De meeste Brazilianen zijn niet rijk. Maar ook onder de ‘armen’ zijn vele gradaties. Er zijn mensen die volgens onze economische maatstaven ‘arm’ zijn, maar een evenwichtig en zeer plezierig leven hebben. Er zijn ook mensen die niets hebben, geen huis, geen geld, nauwelijks genoeg eten. Een visser in Bahia heeft een geheel ander – en waarschijnlijk aanmerkelijk prettiger - bestaan dan een inwoner van de favelas in Rio; en die heeft weer totaal andere problemen dan een inwoner van de kurkdroge binnenlanden van Piaui of Pernambuco. Die droge binnenlanden hebben door de geschiedenis heen perioden van grote waterschaarste en honger gekend.
Een inwoner van de favela heeft geen honger, hij heeft heel andere problemen: geweld, de gebrekkige gezondheidszorg, slechte toegang tot de arbeidsmarkt. Tegelijkertijd: ook de favela kent sociale lagen. In de favela wonen niet alleen drugsdealers en werkloze alcoholisten, maar ook arbeiders, verpleegsters, buschauffeurs.
Uiteraard komen de meer welvarende Brazilianen en de armen elkaar – hoewel sommige rijken zich terugtrekken in een ommuurde woonwijk, een ‘condominio fechado’ - vaak tegen. Een opmerkelijke – en in Europa grotendeels afwezige – relatie is die tussen de welvarenden en hun huispersoneel, de empregada of de babá (kinderverzorgster). Regelmatig hoor je verhalen van rijke kinderen die een sterkere band met hun babá ontwikkelden dan met hun eigen moeder. Hoe de rijkeren hun empregadas zien, verschilt erg per familie. Een vriendin uit de welvarende stad Ribeirao Preto zei me eens: “Mijn stad is heel erg warm, maar dat geeft niet, want iedereen heeft een zwembad”. “Iedereen”, dat waren niet de drie empregadas van de familie die als anonieme schaduwen door het huis schuifelden. Ik ken ook voldoende families die zeer vriendschappelijk met de empregadas omgaan en ze als het ware als deel van het gezin beschouwen.
Het is opvallend dat veel armere Brazilianen altijd hun dignidade, hun waardigheid behouden. Zonder de problemen van het leven in armoede te ontkennen, kun je constateren dat veel Brazilianen die het niet breed hebben over een enorme veerkracht en levenslust beschikken. Ik herinner me plots de dakloze man in Belo Horizonte. Hij zat midden op de stoep in een oude gescheurde fauteuil rustig de krant te lezen, net als de huisvader die nog even het dagelijks nieuws doorneemt voordat hij – ‘tot vanavond, vrouw’ – opstaat, zijn jas aandoet en naar kantoor vertrekt.
Wat niemand de niet welvarende Braziliaan afneemt is – ten slotte – zijn humor en zelfspot. Neem het lied van sambista Bezerra da Silva, over de dief die zijn huis wilde overvallen, bijna een hartaanval kreeg bij het aanschouwen van zoveel armoede en in pure vertwijfeling de straat weer oprende, al roepend ‘Pak me op, ik ben een dief!’.
Toch zijn de sociale lagen in dit land, zoals bijna alles, veel bonter geschakeerd dan je misschien zou denken. ’t Is niet ‘heel rijk’ versus ‘heel arm’ en verder niets. Een verschil tussen Brazilië en veel ‘doorsnee’ ontwikkelingslanden is om te beginnen dat Brazilië een grote middenklasse heeft. Tot die middenklasse kunnen zo’n 40 miljoen van de 180 miljoen Brazilianen gerekend worden. Door het bestaan van die middenklasse ogen veel grote steden, zeker in het zuiden en zuidoosten, redelijk welvarend, met veel nieuwe auto’s op de weg en talloze blinkende gebouwen met luxe appartementen.
Brazilië kent ook een kleine groep exorbitant rijken. Een voorbeeld: op de VS na heeft Brazilië de grootste vloot privé-vliegtuigen ter wereld. Rijke industriëlen verplaatsen zich per helikopter door – of beter gezegd boven - Sao Paulo. Sommige fazendeiros hebben een grondbezit ter grootte van Nederland. En enkele families in het noordoosten bezitten – nog net als een paar honderd jaar geleden – als het ware een hele deelstaat. Zo zijn er de Sarney’s in Maranhao, en de Magalhaes’ in Bahia: families die in ‘hun’ deelstaat de politieke macht hebben én de grootste dagbladen, én de grootste fabrieken ...
De meeste Brazilianen zijn niet rijk. Maar ook onder de ‘armen’ zijn vele gradaties. Er zijn mensen die volgens onze economische maatstaven ‘arm’ zijn, maar een evenwichtig en zeer plezierig leven hebben. Er zijn ook mensen die niets hebben, geen huis, geen geld, nauwelijks genoeg eten. Een visser in Bahia heeft een geheel ander – en waarschijnlijk aanmerkelijk prettiger - bestaan dan een inwoner van de favelas in Rio; en die heeft weer totaal andere problemen dan een inwoner van de kurkdroge binnenlanden van Piaui of Pernambuco. Die droge binnenlanden hebben door de geschiedenis heen perioden van grote waterschaarste en honger gekend.
Een inwoner van de favela heeft geen honger, hij heeft heel andere problemen: geweld, de gebrekkige gezondheidszorg, slechte toegang tot de arbeidsmarkt. Tegelijkertijd: ook de favela kent sociale lagen. In de favela wonen niet alleen drugsdealers en werkloze alcoholisten, maar ook arbeiders, verpleegsters, buschauffeurs.
Uiteraard komen de meer welvarende Brazilianen en de armen elkaar – hoewel sommige rijken zich terugtrekken in een ommuurde woonwijk, een ‘condominio fechado’ - vaak tegen. Een opmerkelijke – en in Europa grotendeels afwezige – relatie is die tussen de welvarenden en hun huispersoneel, de empregada of de babá (kinderverzorgster). Regelmatig hoor je verhalen van rijke kinderen die een sterkere band met hun babá ontwikkelden dan met hun eigen moeder. Hoe de rijkeren hun empregadas zien, verschilt erg per familie. Een vriendin uit de welvarende stad Ribeirao Preto zei me eens: “Mijn stad is heel erg warm, maar dat geeft niet, want iedereen heeft een zwembad”. “Iedereen”, dat waren niet de drie empregadas van de familie die als anonieme schaduwen door het huis schuifelden. Ik ken ook voldoende families die zeer vriendschappelijk met de empregadas omgaan en ze als het ware als deel van het gezin beschouwen.
Het is opvallend dat veel armere Brazilianen altijd hun dignidade, hun waardigheid behouden. Zonder de problemen van het leven in armoede te ontkennen, kun je constateren dat veel Brazilianen die het niet breed hebben over een enorme veerkracht en levenslust beschikken. Ik herinner me plots de dakloze man in Belo Horizonte. Hij zat midden op de stoep in een oude gescheurde fauteuil rustig de krant te lezen, net als de huisvader die nog even het dagelijks nieuws doorneemt voordat hij – ‘tot vanavond, vrouw’ – opstaat, zijn jas aandoet en naar kantoor vertrekt.
Wat niemand de niet welvarende Braziliaan afneemt is – ten slotte – zijn humor en zelfspot. Neem het lied van sambista Bezerra da Silva, over de dief die zijn huis wilde overvallen, bijna een hartaanval kreeg bij het aanschouwen van zoveel armoede en in pure vertwijfeling de straat weer oprende, al roepend ‘Pak me op, ik ben een dief!’.
Labels:
hoe zit het eigenlijk met ...
dinsdag 30 december 2008
Trindade heeft stranden om verliefd op te worden
Tsja, waar moet je beginnen als je in Brasil mooie stranden wilt aanbevelen ... Zelf gaan wij meestal richting nordeste als we naar 't strand willen. Maar ook in de staten Rio en Sao Paulo liggen beeldschone stranden en strandjes. Wij leerden een paar maanden geleden tijdens een bezoek aan Paraty (in de deelstaat Rio de Janeiro) Trindade kennen. Wat een bijzondere plek! Het dorpje bestaat uit een handjevol huizen, waaronder enkele pousada's. De stranden zijn werkelijk schitterend, met tropische bossen tot aan de kustlijn. Er gaan zeer regelmatig bussen van Paraty naar Trindade. De busreis (ca. 40 minuten) zal ons overigens ook bijblijven, vooral dankzij de chauffeur die zijn voertuig in een soort vrije val van het smalle bergweggetje naar beneden liet schieten.
Labels:
bijzondere plekken,
regio: Rio de Janeiro,
stranden
dinsdag 23 december 2008
Viva o onibus!
Niet iedereen zal het fijn vinden om urenlang in een bus te zitten. Wij wel! We hebben in vrijwel alle delen van het land lange busreizen gemaakt. In kwantitatieve zin waren hoogtepunten onder meer reizen van Belém naar Belo Horizonte (50 uur non stop ...) en van Belo Horizonte naar Porto Velho (in twee etappes van ieder ca. 26 uur). Ook staat mij een reis bij van BH naar Curitiba: de geplande aankomsttijd was 14:00 uur; tot mijn grote verbazing zag ik - na een lange reis die ons onder meer dwars door de waanzinnige verkeerschaos van Sao Paulo voerde - bij het binnenrijden van het busstation van Curitiba de klok exact op twee uur staan. Ok, zo punctueel gaat 't er niet altijd aan toe, maar in het algemeen is de bus een uitstekend en goedkoop vervoermiddel.
Voor mensen die hun eerste Braziliëreis voorbereiden wat basisinformatie: het busnetwerk is in Brazilië in private handen. Een groot aantal ondernemingen bedient samen zowat alle uithoeken van het land. Een paar grote maatschappijen - zoals Itapemirim, Sao Geraldo en Gontijo - rijden door heel Brasil. Daarnaast zijn per regio een groot aantal kleinere ondernemingen actief.
Voor busreizen tussen grotere steden over grotere afstanden kun je vrijwel altijd rekenen op een comfortabele, moderne bus. In meer afgelegen regio's daarentegen, kun je nog wel eens in een lekkere rammelbak terechtkomen.
In de steden vertrekken bussen van de 'rodoviaria' een centraal busstation, waar alle maatschappijen hun eigen verkoopbalie hebben. Je koopt een kaartje van tevoren en geeft daarbij ook aan welke stoel ('poltrona') je wilt hebben. Op drukkere routes cq. in drukke perioden is het erg verstanding om (ruim) van tevoren je kaartje te kopen.
Zoals gezegd zijn de bussen op de grote afstanden vrijwel altijd luxe touringcars. Je kunt ook voor een nog wat luxere categorie kiezen, de 'leito' of 'semi-leito'. Deze bus beschikt over zeer comfortabele stoelen die je volledig in de slaapstand kunt zetten. Ideaal voor echt lange afstanden en voor mensen die - zoals wij tegenwoordig - met kinderen reizen.
Labels:
praktische tips,
vervoer
woensdag 17 december 2008
Mooie reisgids
Voor mensen die de Portugese taal beheersen is de Guia Brasil, uitgegeven door Unicard/Unibanco een prachtige aanschaf, waarschijnlijk de beste reisgids die over Brazilië te krijgen is. Er is een gids over heel Brazilië, maar er zijn ook uitgaven over de verschillende regio's.
Het is een reisgids zoals een reisgids moet zijn: de gids bevat enorm veel informatie en de beschrijvingen zijn ter zake kundig; talloze foto's en plattegronden ondersteunen de tekst. Je treft er uitgebreide info over boeiende bestemmingen, maar ook over allerhande culturele en historische thema's. Met name in de regiogidsen worden bovendien steden en dorpen beschreven die in (vrijwel) alle andere reisgidsen ontbreken.
De gids bevat ten slotte een sectie met praktische info over hotels en restaurants.
Guia Unicard Unibanco Brasil
Sao Paulo, BEI Comunicaçao
ISBN 85-86518-46-8
Sao Paulo, BEI Comunicaçao
ISBN 85-86518-46-8
Labels:
informatiebronnen,
praktische tips
Inhotim: kunst in een overweldigend decor
Het Inhotim Museum, voluit 'Instituto Cultural Inhotim', is relatief onbekend bij Westerse bezoekers. Toch is een bezoek aan Inhotim warm aan te bevelen. Het museum bestaat uit een serie paviljoens; in ieder paviljoen is een compacte, 'autonome' expositie te zien van moderne hedendaagse kunst. 't Gaat vaak om uitgesproken en monumentaal werk. Minstens net zo boeiend als de kunst is de entourage: de paviljoens liggen als het ware uitgestrooid in een enorm tropisch park dat is aangelegd door de beroemdste landschapsarchitect van Brazilië, Burle Marx. Wij vonden het park een belevenis, prachtig aangelegd en heerlijk om rustig, van paviljoen naar paviljoen, doorheen te wandelen.
Inhotim ligt in Brumadinho, een klein provinciestadje op een a anderhalf uur rijden van Belo Horizonte. Je kunt er met de bus of met de taxi naartoe; hou rekening met een rit door enkele vreselijk lelijke voorsteden van BH, maar besef: de inspanning wordt beloond!
Meer info over Inhotim is te vinden op http://www.inhotim.org.br/
Abonneren op:
Posts (Atom)